'Ik zie bij Badr Hari een patroon in het faken van blessures'

James McSweeney, die in september het gevecht met Badr Hari aan zijn neus voorbij zag gaan, omdat Hari zich op het laatste moment terugtrok, is van mening dat de Nederlands-Marokkaanse kickbokser een patroon heeft in het faken van blessures en dat het heel duidelijk is dat hij niet meer moet vechten.

Hari verloor zaterdagavond van Uku Jürjendal, nadat hij in de tweede ronde geblesseerd opgaf. Het is niet de eerste keer dat Hari geblesseerd opgeeft. In 2016 staakte hij in de tweede ronde een gevecht tegen Rico Verhoeven door een blessure aan zijn elleboog. In 2019 trok hij zich ook terug tegen Verhoeven, omdat hij geblesseerd raakte tijdens het geven van een draaitrap.

Volgens McSweeney zijn Hari zijn blessures geen toeval. “Tot 2012 was Badr Hari absoluut een beest, maar daarna veranderde er iets voor hem. Lichamelijk zagen we zwaktes, maar vooral mentaal was hij zwak tijdens het vechten. Telkens als het moeilijk wordt zie je Badr zoeken naar een weg om te kunnen stoppen”, schrijft hij op Instagram.

“De eerste paar keer was het niet zo duidelijk, maar er is een patroon. Badr Hari heeft al bijna acht jaar geen gevecht meer gewonnen. Ik zie een patroon van het faken van blessures. Zaterdagavond zagen we een langzame Badr die uit vorm was. Zodra hij geraakt werd, ging hij weer neer en kwam een nepblessure.”

Volgens McSweeney is het belangrijk om bij het kickboksen te kijken wat mensen doen en niet wat ze zeggen. "Ik zag Badr op de persconferentie van ons gevecht met niemand praten. Zelfs niet toen de media Arabisch tegen hem spraken. Zeer respectloos."

McSweeney denkt dat dan ook beter is als Badr stopt met vechten. “Ik ben niet respectloos, dit zijn de feiten. Moet je je voorstellen dat een andere vechter 8 jaar niet wint, dan zou niemand hem serieus nemen. Daarom wist ik honderd procent zeker dat ik mijn gevecht in Parijs op 9 september van hem zou winnen. Het is heel duidelijk dat Badr niet meer moet vechten", aldus de Engelse kickbokser.