'John de Mol ergert zich dood aan ons'

Niemand minder dan Johan Derksen was afgelopen week als speciale gast uitgenodigd bij de Dutch IT Channel Awards. Daar kreeg hij de vraag of hij zijn laptop goed beveiligd heeft, gezien het feit dat hij zoveel mailt met John de Mol.

'Nou, hij mailt weleens dat hij me helemaal zat is,' vertelt Johan. 'Maar voor de rest heb ik niet zoveel contact met hem, hoor. Ik heb gewoon een wachtwoord, en als ze mij willen hacken, dan vind ik het best. Er staan op mijn computer geen geheimen. Daar maak ik me niet zo druk om, beveiliging. Ik heb geen bedrijf, ik maak een afspraak hier met jullie, met een mailtje.'

Over de mailtjes met de Talpa-baas vertelt Johan: 'John de Mol ergert zich dood aan ons natuurlijk. Dat laat hij merken, maar dat zou ik ook doen. Hij is de baas van die toko. Wij onderscheiden ons met ons programma. Wij hebben geen autoriteit te vrezen en wij zagen die bui al aankomen, dus we hebben in ons contract laten opnemen dat we over alles en iedereen een mening mogen hebben, ook over de hele familie De Mol. Maar nu we dat ook doen, moet John daar even aan wennen. Die man wordt omgeven door paladijnen die heel veel geld krijgen en hem in z'n reet kruipen. Nou, dat doen wij niet. Ik begrijp best dat die man daaraan moet wennen, en dan is 'ie weleens een beetje pissig en dan stuurt 'ie een mailtje. En dan stuur ik een mailtje terug.'

De Veronica Inside-analist vervolgt: 'Ik heb hem ook uitgelegd: ik word betaald om kritisch te zijn op alles. Als ik dan niet kritisch zou zijn op programma's van Talpa of wat dan ook, dan ben je hypocriet. Dan moet je ook kritisch durven te zijn over je eigen winkel. Bij John de Mol in z'n bedrijf zijn ze een beetje angstig voor de baas. Dan kruipen ze hem in z'n kont en daar heeft De Mol niks aan. De Mol wordt weleens boos op ons, maar wij schudden hem nog weleens wakker. Wij zeggen dingen waar hij over nadenkt. Als ik daar ja en amen sta te knikken van 'tjongejongejonge, wat een prachtige show, John…' Daar schiet die man niks mee op. Dan gaat hij naar huis en denkt hij: zo, dat heb ik toch maar weer goed gedaan. En dat is niet zo.'