Johan Derksen: ‘Als ik voorzitter was geweest, had ik dat desnoods uit eigen zak betaald’

Johan Derksen speelde nooit voor NEC, maar is toch groot fan van de club uit Nijmegen. In een uitgebreid interview met het Algemeen Dagblad vertelt hij over zijn liefde voor NEC.

Bij binnenkomst valt het oog van interviewer Vincent de Vries op een shirt van NEC, dat ingelijst bij Johan thuis aan de wand hangt. “Van mijn vrouw mocht ik ’m alleen in de bijkeuken ophangen”, legt de besnorde analist uit. “Tegenover de wasmachine, maar dat maakt mij geen donder uit. Ik ben er heel blij mee.”

“Geweldig”, zo noemt Johan de kleurencombinatie: rood, groen en zwart. “Daarom vond ik het vreselijk dat NEC jaren geleden de traditionele shirts afschafte. Je moet je shirt trouw blijven. Kijk naar Juventus, Feyenoord, Manchester United en Liverpool. Die dénken niet eens aan een ander shirt. Maar bij NEC gingen ze in onzinshirts spelen. Kwam uit de koker van mensen die geen verleden bij NEC hebben. Van die marketingjongens met een snelle babbel. Wat een aanfluiting. Gelukkig spelen ze nu weer in de echte shirts.”

Als het aan Johan ligt, passen ze ook de kousen aan. “NEC had de mooiste ter wereld, rood-groen-zwart gestreept. Zijn ze vanaf gestapt, omdat het te prijzig werd om die te maken”, weet hij. “Daardoor zijn ze nu zwart. Echt, als ik voorzitter was geweest, had ik dat desnoods uit eigen zak betaald. Je gaat daardoor niet beter voetballen, maar de supporters zouden het fantastisch vinden.”

Johan vertelt dat hij als kind al vaak te vinden was bij NEC. Samen met zijn opa en vader - beiden groot fan van de club - bezocht hij alle wedstrijden. “Ik was 6 jaar en vond het geweldig. We gingen zowel thuis als uit. Van de Oosterparkers in Groningen tot AGOVV in Apeldoorn, van ONA in Gouda tot Rigtersbleek in Enschede. Ik ben overal geweest.”