De Vrij heeft eindelijk weer wat te vieren met Oranje

Voor Stefan de Vrij voelde de overwinning met het Nederlands elftal op Bosnië en Herzegovina (3-1) zondag extra bijzonder. De centrale verdediger maakte al deel uit van de selectie die in 2014 bij het wereldkampioenschap brons behaalde, maar moest de laatste jaren steeds genoegen nemen met een rol als reserve achter Matthijs de Ligt en aanvoerder Virgil van Dijk.

Vorige maand had De Vrij, vanwege de afwezigheid van De Ligt, al basisplaatsen tegen Mexico, Bosnië en Herzegovina en Italië, maar die duels leverden geen zege op. Met Daley Blind naast zich in het centrum won Oranje zondag eindelijk wel.

"Er is blijdschap over het resultaat, dat ten eerste", zei De Vrij. "We hebben veel goede dingen gezien, maar ook dingen die beter kunnen. Ik denk dat we heel veel kansen hebben gecreëerd. We hadden er meer kunnen maken. Bij vlagen hebben we in een hoog tempo gespeeld en probeerden we Bosnië kapot te spelen. Aan de andere kant moeten we soms wat minder slordig zijn. We leden af en toe onnodig balverlies, waardoor het bij ons 'open' lag. In de omschakeling hebben we veel ruimte weggegeven."

Volgens De Vrij speelde Bosnië in vergelijking met de vorige wedstrijd in oktober (0-0) nu meer naar voren. "Ze hebben vaardige spelers die gevaarlijk kunnen zijn in de omschakeling. Daar kunnen we aan werken. Dat geldt niet alleen voor de verdediging, het is meer een teamkwestie. Dat we met z'n allen geen druk op de bal krijgen en overal te laat komen. We moeten beter onze momenten herkennen. Soms is het verstandiger eerst terug te komen in de organisatie dan steeds uit te stappen."

Het resultaat was zondag het belangrijkste. "Dat beseften we heel goed. Ook voor de ranking om groepshoofd te zijn bij de WK-kwalificatie. Het enige dat ik heb gehoord is dat als we zouden winnen, we daarvoor in aanmerking zouden komen", aldus De Vrij.