Bruma openhartig over zware periode: 'Het ging écht heel slecht met me'

Het ging een lange tijd erg slecht met PSV'er Bruma. De 26-jarige aanvaller heeft een aantal zware jaren achter de rug, wat ook een flinke impact heeft gehad op zijn prestaties. In een uitgebreid gesprek met het clubkanaal van de Eindhovenaren blikt Bruma terug op een zwarte periode.

In de zomer van 2019 maakte Bruma de overstap van RB Leipzig naar PSV. Hij kende een mindere start onder trainer Mark van Bommel en verloor het vertrouwen in zichzelf. Afgelopen seizoen speelde Bruma op huurbasis bij Olympiakos, waarna hij met een goede motivatie terugkeerde bij PSV. De eerste weken van het nieuwe seizoen liet Bruma zich gelijk gelden voor de ploeg van trainer Roger Schmidt en werd hij zelfs uitgeroepen tot speler van de maand.

'De eerste twee maanden gingen nog goed. Maar daarna kwam ik op de bank terecht en begon ik mijn zelfvertrouwen kwijt te raken. Dat jaar is er ook veel gebeurd. Mijn broer is bijvoorbeeld overleden, in Afrika. En mijn beste vriend, die bij mij woonde, heeft me bestolen', vertelt Bruma bij PSV TV. 'In die periode had ik weinig energie, in ieder geval niet genoeg energie om goed te trainen en te spelen. Nog altijd vind ik het moeilijk om eraan te denken. Het was zo'n zware tijd, dat ik er eigenlijk niet meer bij stil wil staan.'

Bruma voelde zich in die zware periode alleen en vertelt dat het erg slecht met hem ging. 'Ik belde wel met mijn moeder, zij was de enige die ik wilde spreken. Ik hoop dat zoiets mij nooit meer overkomt. Het ging écht heel slecht met me, ik voelde me aan mijn lot overgelaten. Ik was er niet bij met mijn hoofd, er waren momenten dat het me allemaal niet meer kon schelen.'

Op dit moment loopt er nog een rechtszaak tegen zijn oude vriend. Desondanks leverde Bruma onlangs een deel van zijn salaris in om PSV te helpen. 'PSV heeft veel in mij geïnvesteerd en ik wil heel graag een financiële bijdrage leveren, maar hopelijk een nog grotere bijdrage op het veld', aldus de Portugese aanvaller.