Vorige week werd in België de prijs voor Belgisch voetballer van het jaar uitgereikt. De Gouden Schoen ging naar KRC Genk-aanvaller Paul Onuachu, die op meer stemmen kon rekenen dan Noa Lang en Charles De Ketelaere (beide Club Brugge). In gesprek met Het Belang van Limburg bespreekt Jan Boskamp de uitkomst.‘Ik zal je zeggen dat ik van eender welke winnaar zou zijn geschrokken’, zegt de analist. ‘Paul Onuachu was in de eerste ronde natuurlijk heel goed. Hij scoorde erop los, maar daarna heeft hij niet veel goede ballen meer geraakt. Zo eerlijk moet je zijn.’Lang, die tweede werd achter Onuachu, zei na afloop van de verkiezing dat hij verbaasd was dat niet hij maar Onuachu met de Gouden Schoen naar huis ging. ‘Als je zoveel goals maakt, is dat een topprestatie. Alleen… als je naar de statistieken kijkt, zijn mijn cijfers beter. Als iemand het verdient... dan zou ik dat zijn', aldus de aanvaller vorige week in Het Laatste Nieuws. Echter lijkt Boskamp het daar niet helemaal mee eens te zijn. ‘Noa Lang speelde sterk, tot hij zijn debuut voor het Nederlands elftal maakte. Daarna was het niet veel meer’, zegt Boskamp, die de felbegeerde prijs in 1975 won. ‘Helemaal een verrassing is het allemaal niet. Het is al een paar jaar zo dat zich geen duidelijke favoriet meer manifesteert. Noem mij anders eens een speler die het hele jaar gedomineerd heeft? Zelfs Simon Mignolet ging de laatste maanden geregeld in de fout. Vanaken en De Ketelaere waren misschien nog de regelmatigste.'