AZ-speler geschorst na gokken op betaald voetbal-wedstrijden

Een niet nader genoemde speler van het eerste elftal van AZ is ook door de commissie van beroep van de KNVB schuldig bevonden aan het afsluiten van weddenschappen op wedstrijden in het betaald voetbal. Hij is voor twee wedstrijden geschorst en heeft zijn straf al uitgezeten.

Op verzoek van de veroordeelde profvoetballer is de uitspraak van de beroepscommissie gedeeltelijk gepubliceerd, met weglating van de naam van de speler en diens vriend, die betrokken was bij het gokken op duels in het betaalde voetbal. "Naar het oordeel van de commissie van beroep zijn namens appellant belangen aangevoerd die zwaarder wegen dan de belangen van gehele publicatie van de uitspraak", aldus de commissie.

De beroepscommissie achtte bewezen dat in 2019 en 2020 op wedstrijden in de Eredivisie en KNVB-beker op naam, op het account en voor rekening van de profvoetballer weddenschappen zijn afgesloten. Die weddenschappen zijn volgens de commissie in elk geval niet afgesloten door een ander dan de speler en/of zijn vriend en de voetballer was ermee bekend dat zijn vriend de weddenschappen op naam en rekening van de AZ-speler afsloot.

Het ging daarbij om weddenschappen op wedstrijden in competities waaraan de prof deelnam, maar niet om duels van de hoofdmacht AZ. Wel werd op zijn account een weddenschap afgesloten op een duel van Jong AZ. Voor specifieke matchfixing waren er geen aanwijzingen. "Zelfs geen begin van bewijs", oordeelde de beroepscommissie.

AZ laat op de website weten dat de clubleiding heeft geconstateerd dat er geen sprake is geweest van wedden op eigen wedstrijden door de speler van AZ. "De speler heeft bij AZ aangegeven dat hij de zaak betreurt, maar hij heeft uitgelegd hoe het is gegaan. Na zijn uitleg en de uitspraak is de zaak daarmee voor AZ gesloten."

Wel heeft AZ hieruit afgeleid dat "in zijn algemeenheid niet alle spelers op de hoogte zijn van de regelgeving" op dit gebied. "De club zal ervoor zorgen haar spelers nog bewuster te maken van de regels die er gelden."

De aanklager betaald voetbal stelde de AZ-speler begin december vorig jaar in staat van beschuldiging. De tuchtcommissie legde hem begin vorige maand een schorsing op van drie wedstrijden, waarvan één duel voorwaardelijk. Daartegen tekende de profvoetballer beroep aan. Op 26 februari volgde een mondelinge behandeling bij de beroepscommissie, die onlangs uitspraak deed.

De geschorste AZ-speler wilde de aanklager niet-ontvankelijk laten verklaren, onder meer op grond van een aantal procedurefouten. Hij verzocht ook vergeefs om vrijspraak bij de beroepscommissie, onder meer wegens een onduidelijke en onvoldoende onderbouwde bewijslast. Volgens de voetballer zijn alle gewraakte weddenschappen door zijn vriend geplaatst en wist hij niet dat zijn makker gokte op wedstrijden in competities waarin hij zelf actief was.